Met een enkele alinea geeft het Centraal Planbureau haar jongste
voorspellingen een uiterst sinistere draai. Het zou wel eens weer gruwelijk
mis kunnen gaan in Nederland. En deze keer kan de overheid niet helpen.
Net als andere jaren schreef het Centraal Planbureau (CPB) rond Prinsjesdag
een rapport vol gedetailleerde voorspellingen en subtiele doorrekeningen van
kabinetsbeleid.
Maar dit jaar is er iets bijzonders aan de hand met de Macro
Economische Verkenningen (MEV). Er staat een enkele alinea in die het
hele rapport degradeert tot een sympathieke, maar misschien wel irrelevante
rekenexercitie.
Zo dadelijk die ene alinea, eerst iets over de rest van de MEV. Het is
nuchtere, zeker niet al te pessimistische raming van de economische
ontwikkeling in dit en volgend jaar. In het basisscenario van de MEV groeit
de Nederlandse economie volgend jaar nog met een – gezien de omstandigheden
– allerzins acceptabele één procent.
Arbeidsmarkt in evenwicht
Goed, die groei is niet voldoende om stijging van de werkloosheid te
voorkomen. Maar met een geschatte werkloosheid van 405.000 medio 2012 blijft
de arbeidsmarkt min of meer in evenwicht. Investeringen en export blijven
groeien.
Consumenten besteden iets meer, ondanks een klein koopkrachtverlies. Alleen de
bezuinigingen bij de overheid drukken de economische groei enigszins.
Het wordt geen feest in de Nederlandse economie, maar veel reden voor paniek
lijkt er ook niet te zijn.
Gesmoorde angstkreet
Tenzij je die ene alinea onderaan pagina 17 leest. Dat is de gesmoorde
angstkreet van het Planbureau, de echte waarschuwing voor de economie.
Het is het slot van een paragraaf over mogelijke tegenvallers. Als de
wereldhandel volgend jaar terugvalt - bijvoorbeeld door een verder
escalerende eurocrisis - zou de Nederlandse economie in 2012 wel eens kunnen
krimpen met bijna anderhalf procent. De werkloosheid valt dan wat hoger uit,
net als het begrotingstekort. Dat is nog geen buitengewoon griezelig
scenario. Maar dan schrijft het CPB:
“Ten slotte: in de hier gepresenteerde variant gaat de bbp-groei in de
richting van die in het ‘zwarte scenario’, dat het CPB als negatieve variant
presenteerde in december 2008. In dat zwarte scenario kwam de groei voor
2009 uit op -1¾. Achteraf gezien bleek ook het zwarte scenario te
rooskleurig. Onzekerheidsvarianten kunnen de onzekerheid illustreren, maar
niet wegnemen.”
Niet per ongeluk
Nog niet bang? Realiseer je dan dat zo’n alinea niet per ongeluk in de MEV
terecht komt. Daar is over nagedacht. Dit is de boodschap van het Planbureau
voor de goede verstaander: pas op, als de eurocrisis doorzet, kan het wel
eens minstens zo heftig worden als in 2009. We staan voor de tweede keer in
drie jaar tijd aan de rand van de afgrond.
Welk gevaar lopen we? In 2009 kromp de Nederlandse economie met 3,5 procent.
Het was de grootste teruggang sinds 1931.Ondanks de groei van dit en vorig
jaar hebben we het gat dat deze krimp in de Nederlandse welvaart sloeg nog
lang niet goedgemaakt, en zijn we de schok in feite nog aan het verwerken.
Zaterdagochtend 17 september werd nog iets duidelijker hoe potentiële nieuwe
klappen er voor Nederland uitzien, toen minister De Jager drie
crisisscenario's vrijgaf, waaraan het CPB ook heeft meegerekend.
Tweede klap
Kunnen Nederlandse bedrijven zo'n tweede klap, zo kort na de eerste, aan? Hun
veerkracht zal nu een stuk kleiner zijn, want veel buffers zijn in 2009
opgebrand. Maar nog belangrijker: de overheid kan ditmaal nauwelijks helpen,
want dit kabinet heeft zich streng voorgenomen het begrotingstekort te
verlagen. Wat er ook gebeurt.
Om dat voor elkaar te krijgen, heeft Rutte zelfs een nieuwe begrotingsregel
toegevoegd aan de Zalmnorm. Oud-minister van Financiën Gerrit Zalm bedacht
begin jaren negentig de regel dat tegenvallers aan de inkomstenkant van de
overheid, tijdelijk met een hoger begrotingstekort mochten worden
opgevangen.
Dankzij die Zalmnorm werd de overheidsbegroting minder procyclisch: een
recessie zou niet direct tot nieuwe bezuinigingen en dus tot een nog diepere
recessie leiden.
Regel van Rutte
Rutte nam de Zalmnorm over, maar voegde er iets aan toe: zodra het tekort
meer dan een procentpunt af wijkt van de vooraf afgesproken, dalende trend,
moet dat toch direct tot bezuinigingen leiden.
Dat klinkt stoer en solide, maar in feite sloop er daarmee weer een
buitengewoon onhandig procyclisch element in de begroting. Bij een flinke
recessie zal het kabinet bezuinigen, en zo de recessie verergeren.
In een eerdere analyse schrijft het CPB over deze toevoeging dat het “strikt
genomen niet binnen het idee van trendmatig begrotingsbeleid past”. Dat is
nogal subtiel geformuleerd. De Regel van Rutte maakt dat het kabinet de
recessie – als ‘ie komt – met twee handen op de rug gebonden zal moeten
bevechten.
Handboeien aan
Natuurlijk, niemand gelooft dat je met actief begrotingsbeleid een recessie in
Nederland helemaal kunt voorkomen. Maar extra bezuinigen als het toch al
slecht gaat is het andere uiterste.
Voor 2012 blijven extra bezuinigingen waarschijnlijk uit. Maar in 2013 zou de
Regel van Rutte kunnen gaan bijten.
Dat is al het geval als het tekort dat jaar boven de 2,8 procent van het bbp
uitkomt. Bij een gelijkblijvend tekort is die signaalwaarde al bereikt, en
gaan de handboeien bij Rutte dus aan. Verderop in de MEV laat het CPB
voorzichtig doorschemeren dat dit gevaarlijk is. “Een langzamer tempo van
bezuinigingen te overwegen in extreme economische omstandigheden”, schrijft
het Planbureau.
Het maakt de omineuze waarschuwing van het CPB des te griezeliger. De brand
dreigt uit te slaan, maar de brandweer is druk bezig met het repareren van
de brandslangen en verbiedt zichzelf om uit te rukken.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl